Dit geldt zowel voor de verbeurdverklaring van goederen (waarbij het als opbrengst geëvalueerde goed over het algemeen ook het voorwerp is van de uitvoering van de verbeurdverklaring) als voor de verbeurdverklaring van de waarde (waar men uiteindelijk de beslissing tot verbeurdverklaring kan uitvoeren door de vordering te innen op goederen die geen opbrengsten zijn, waarbij de verbeurd te verklaren « waarde » in ieder geval bepaald wordt door de evaluatie van de opbrengsten van de misdrijven).
Cela vaut à la fois pour la confiscation du bien (dans laquelle le bien évalué comme produit est généralement aussi l'objet de l'exécution de la confiscation) et pour la confiscation de la valeur (où l'on peut en définitive exécuter la décision de confiscation en recouvrant la créance sur des biens qui ne constituent pas des produits, la « valeur » à confisquer étant en tout état de cause déterminée par l'évaluation du produit des infractions).