Dient artikel 6, nr. 2, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1) aldus te worden uitgelegd dat het van t
oepassing is op een vordering tot vrijwaring of op een vordering waarmee een andere, daarmee gelijk te stellen aanspraak die nau
w samenhangt met de oorspronkelijke vordering, geldend wordt gemaakt, die door een derde krachtens het nationale recht op rechtsgeldige wijze tegen één va
...[+++]n de partijen wordt ingesteld, zodat zij in dezelfde gerechtelijke procedure kunnen worden behandeld?
L’article 6, point 2, du règlement (CE) no 44/2001 du Conseil concernant la compétence judiciaire, la reconnaissance et l'exécution des décisions en matière civile (1) et commerciale doit-il être interprété en ce sens que son champ d’application s’étend à une action telle que celle précédemment décrite, ayant pour objet une demande en garantie ou toute autre demande équivalente, étroitement liée à la demande originaire, et qu’un tiers introduit, conformément aux dispositions de la législation nationale, à l’encontre de l’une des parties pour qu’elle soit jugée dans le cadre de la même procédure?