Naar behoren door de bevoegde dienst voor arbeidsvoorziening vastgestelde tijdvakken van onvrijwillige werkeloosheid, waarin de betrokkene wegens een aan hem niet-toerekenbare reden niet heeft gewerkt, en perioden van afwezigheid of onderbreking van de werkzaamheid wegens ziekte of ongeval, worden als tijdvakken van werkzaamheid aangemerkt.
Les périodes de chômage involontaire, dûment constatées par le service d'emploi compétent, ou les périodes d'arrêt d'activité indépendantes de la volonté de l'intéressé et l'absence du travail ou l'arrêt pour cause de maladie ou accident sont considérés comme périodes d'emploi.