Met uitzondering van onvoorziene omstandigheden kent de magistraat van de zetel in principe de dagen van zitting en kan hij de arresten en uitspraken vastleggen op het moment dat het hem het beste past.
En effet, sauf imprévus, le magistrat du siège connaît en principe le jour de ses audiences et peut rendre ses arrêts et jugements au moment qui lui convient le mieux, dans les délais impartis par le Code judiciaire.