Moet onder een „gezagbeslissing [.] die niet de terugkeer van het kind met zich brengt” in de zin van artikel 10, sub b-iv, van verordening (EG) nr. 2201/2003 („verordening Brussel II bis”) (1) ook een voorlopige regeling worden verstaan waarmee de „ouderlijke beslissingsbevoegdheid”, in het bijzonder het recht om de verblijfplaats te bepalen, tot en met de definitieve beslissing over het gezagsrecht aan de ontvoerende ouder wordt overgedragen?
Une mesure provisoire attribuant l’«autorité parentale», notamment le droit de déterminer le lieu de résidence, au parent qui a enlevé l’enfant, jusqu’à ce que soit rendue la décision de garde définitive doit-elle également être considérée comme une «décision de garde n’impliquant pas le retour de l’enfant» au sens de l’article 10, sous b), iv), du règlement no 2201/2003 (ci-après le «règlement Bruxelles II bis»)?