Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Bevoegd voor prejudiciële vragen
Een prejudiciële uitspraak vragen

Traduction de «ontvankelijkheid van prejudiciële vragen » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
bevoegd voor prejudiciële vragen

connaître des questions préjudicielles


een prejudiciële uitspraak vragen

demander de statuer à titre préjudiciel
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
De Raad van State is al geconfronteerd geweest met deze problematiek, wanneer hij advies diende uit te brengen over een voorontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, dat ertoe strekte de ontvankelijkheid van prejudiciële vragen omtrent wetgevende normen houdende instemming met een internationaal verdrag, zoals voor beroepen tot vernietiging, te beperken tot een termijn van zestig dagen vanaf de bekendmaking van de wetgevende norm.

Le Conseil d'État a déjà été confronté à ce problème lorsqu'il a dû rendre un avis au sujet d'un avant-projet de loi spéciale modifiant la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, qui visait à limiter la recevabilité de questions préjudicielles portant sur des normes législatives qui entendent procurer assentiment à un traité international à un délai de soixante jours suivant la publication de la norme législative, soit un délai identique à celui des recours en annulation.


Het Hof onderzoekt de middelen in de onderstaande volgorde : Ten aanzien van de ontvankelijkheid (B.2-B.7) : - Wat de bevoegdheid van het Hof betreft (B.3-B.5); - Wat de uiteenzetting van de middelen en de grieven betreft (B.6-B.7); Ten gronde (B.8-B.63) : - Wat het hoorrecht betreft (zaak nr. 6187) (B.8-B.24) : 1. Het hoorrecht in eerste en laatste administratieve aanleg (B.11-B.19); a) De artikelen 10 en 11 van de Grondwet (B.13-B.14); b) Artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 9 van het Verdrag van Aarhus (B.15-B.19); 2. De opheffing van hoofdstuk VII (artikelen 4.7.1 tot 4.7.26/1) van d ...[+++]

La Cour examine les moyens dans l'ordre suivant : Quant à la recevabilité (B.2-B.7) : - En ce qui concerne la compétence de la Cour (B.3-B.5); - En ce qui concerne l'exposé des moyens et des griefs (B.6-B.7); Quant au fond (B.8-B.63) : - En ce qui concerne le droit d'être entendu (affaire n° 6187) (B.8-B.24) : 1. Le droit d'être entendu en première et dernière instance administrative (B.11-B.19); a) Les articles 10 et 11 de la Constitution (B.13-B.14); b) L'article 23 de la Constitution, combiné ou non avec les articles 3 et 9 de la Convention d'Aarhus (B.15-B.19); 2. L'abrogation du chapitre VII (articles 4.7.1 à 4.7.26/1) du Code ...[+++]


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, T. MerckxVan Goey, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij arrest van 8 juni 2015 in zake de bvba « WP-Services » tegen Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 juni 2015, heeft het Arbeidshof te Gent de volgende prejudiciële ...[+++]

La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût et T. Giet, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet des questions préjudicielles et procédure Par arrêt du 8 juin 2015 en cause de la SPRL « WP-Services » contre l'Office national de sécurité sociale, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 juin 2015, la Cour du t ...[+++]


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, T. MerckxVan Goey, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2014 in zake de bvba « DC Plus » tegen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 augustus 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Hasselt, de volgende prejudiciële vragen ...[+++]

La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges L. Lavrysen, A. Alen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût et T. Giet, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet des questions préjudicielles et procédure Par jugement du 6 mai 2014 en cause de la SPRL « DC Plus » contre l'Office national de sécurité sociale, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28 août 2015, le Tribunal du travail d'Anvers, d ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Moerman, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij beslissing van 18 december 2015 in zake de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren tegen Frans Van Vlaenderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 24 december 2015, heeft de Nederlandstalige kamer van de Commissie van Beroep van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren de volgende prejudiciële vragen ...[+++]steld : « 1.

Moerman, F. Daoût et T. Giet, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet des questions préjudicielles et procédure Par décision du 18 décembre 2015 en cause du Conseil de l'Institut des Réviseurs d'Entreprises contre Frans Van Vlaenderen, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 24 décembre 2015, la chambre d'expression néerlandaise de la Commission d'appel de l'Institut des Réviseurs d'Entreprises a posé les questions préjudicielles suivantes : « 1.


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering voert in hoofdorde de niet-ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen aan, die geen enkel nuttig effect zouden hebben op de geschillen, daar zij zouden steunen op onjuiste hypothesen : er zou immers een besluit van de Regering bestaan dat de onteigening uitdrukkelijk toestaat en de onteigende personen zou geen geïndividualiseerd onderzoek van de verantwoording van de onteigening, noch een motivering in het licht van de uiterst dringende noodzakelijkheid en het algemeen nut, die voortvloeit uit de wijkovereenkomst « M ...[+++]

Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale soulève, à titre principal, l'irrecevabilité des questions préjudicielles, qui n'auraient aucun effet utile sur les litiges, car elles reposeraient sur des postulats erronés : il existerait en effet un arrêté du Gouvernement autorisant explicitement l'expropriation, et les personnes expropriées ne seraient pas privées d'un examen individualisé de la justification de l'expropriation, ni d'une motivation au regard de l'extrême urgence et de l'utilité publique, qui ressort du contrat de quartier « Maelbeek ».


Op grond hiervan rijst de vraag naar de zin en bijgevolg de ontvankelijkheid van de prejudiciële vraag, ofschoon uit artikel 26, § 2, derde lid, 2º, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a contrario kan worden afgeleid dat het niet verboden is impertinente prejudiciële vragen te stellen.

Ceci pose la question du sens et, partant, de la recevabilité de la question préjudicielle, bien qu'il puisse se déduire a contrario, de l'article 26, § 2, alinéa 3, 2º, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage qu'il n'est pas interdit de poser des questions préjudicielles impertinentes.


Op grond hiervan rijst de vraag naar de zin en bijgevolg de ontvankelijkheid van de prejudiciële vraag, ofschoon uit artikel 26, § 2, derde lid, 2º, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a contrario kan worden afgeleid dat het niet verboden is impertinente prejudiciële vragen te stellen.

Ceci pose la question du sens et, partant, de la recevabilité de la question préjudicielle, bien qu'il puisse se déduire a contrario, de l'article 26, § 2, alinéa 3, 2º, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage qu'il n'est pas interdit de poser des questions préjudicielles impertinentes.


In een eerste reactie op het arrest verklaren de voorzitters van Kamer en Senaat dat de drie aan het Arbitragehof gestelde prejudiciële vragen uitsluitend de mogelijke schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet betroffen en, in het kader van de betwisting omtrent de ontvankelijkheid van de beroepen van de gewezen Vlaamse ministers Weckx en Kelchtermans, tot doel hadden duidelijkheid te verschaffen over de bevoegdheid van de Raad van State ten aanzien van de in artikel 4bis bedoelde beslissingen van de Con ...[+++]

Dans une première réaction à l'arrêt, les présidents de la Chambre et du Sénat déclarent que les trois questions préjudicielles posées à la Cour d'arbitrage portaient uniquement sur la violation éventuelle des articles 10 et 11 de la Constitution et visaient, dans le cadre du litige relatif à la recevabilité des recours formés par les anciens ministres flamands Weckx et Kelchtermans, à faire toute la clarté sur les compétences du Conseil d'État à l'égard des décisions pris ...[+++]


De Vlaamse Regering betwist de ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen, nu het antwoord van het Hof hierop niet onontbeerlijk lijkt om uitspraak te doen over het bodemgeschil, vermits de aangelegenheid van huwelijksbemiddeling, in geval van bevoegdheidsconflict, toch door een wetskrachtige norm zou zijn geregeld.

Le Gouvernement flamand conteste la recevabilité des questions préjudicielles, étant donné que la réponse de la Cour ne semble pas être indispensable pour statuer au fond puisque, en cas de conflit de compétence, la matière du courtage matrimonial serait de toute façon réglée par une norme ayant force de loi.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ontvankelijkheid van prejudiciële vragen' ->

Date index: 2021-08-23
w