Indien er geen tweede document voorhanden is dat als bewijs kan dienen om het adres te controleren zoals voorgeschreven in het eerste lid, kan de onderneming deze controle verrichten door de cliënt een brief te sturen naar het adres dat hij heeft opgegeven en de zakenrelatie pas te laten aanvangen of de voorgenomen occasionele verrichting pas uit te voeren nadat de cliënt haar een ontvangstbewijs heeft teruggestuurd.
Lorsque la vérification de l'adresse ne peut pas être opérée au moyen d'un deuxième document susceptible de faire preuve conformément à l'alinéa premier, l'organisme peut procéder à cette vérification par l'envoi au client d'un courrier à l'adresse qu'il a indiquée, conditionnant l'entrée en vigueur de la relation d'affaires ou la réalisation de l'opération occasionnelle envisagée au renvoi par lui d'un accusé de réception.