De nog van kracht zijnde bepalingen van het decreet van 19-22 juli 1791 regelen in het bijzonder het recht van de politie om openbare gelegenheden te betreden en de huiszoeking (eerder een recht van binnentreden) in plaatsen waar kansspelen worden gehouden en waar ontucht wordt bedreven.
Les dispositions encore en vigueur du décret des 19-22 juillet 1791 règlent en particulier le droit de la police de pénétrer dans les lieux publics ainsi que la perquisition (ou plutôt le droit d'entrer) dans les lieux où se tiennent des jeux de hasard ou livrés à la débauche, ce qui constitue une arme fort utile dans la lutte contre la criminalité organisée.