een daling van 10 % (2 % in het geval van de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende of insulaire staten en van landen die zich in een situatie na een conflict of een natuurramp bevinden) van de exportopbrengsten van alle landbouw- en mijnbouwproducten, vergeleken met het rekenkundig gemiddelde van d
e opbrengsten in de vier aan het toepassingsjaar voorafgaande jaren, waarbij
geen rekening wordt gehouden met de meest extreme waarde voor landen waarvan de exportopbrengsten uit landbouw- of mijnbouwproducten tussen 20 en 40 % van de to
...[+++]tale exportopbrengsten uit goederen vertegenwoordigen, mits de totale opbrengsten niet bovenproportioneel stijgen doordat het aandeel van de exportopbrengsten uit land- of mijnbouwproducten in de totale uitvoer afneemt”.une
perte de 10 % (2 % dans le cas des États les moins avancés, enclavés, insulaires et en situation de post-conflit ou de post-catastrophe naturelle) des recettes d’exportation de l’ensemble des produits agricoles ou miniers par rapport à la moyenne arithmétique des recettes des quatre années précédant l’année d’applica
tion en excluant la valeur la plus extrême pour les pays dont les recettes d’exportation de produits agricoles ou miniers représentent
...[+++] entre 20 % et de 40 % des recettes totales d’exportation de biens, à condition que ces recettes totales n’augmentent pas de manière plus que proportionnelle à l’impact de la perte de recettes d’exportation de produits agricoles ou miniers dans les exportations totales».