Overwegende dat de oprichting, vanaf 1 januari 1995, van de bijzondere graden in niveau 2+ heeft geleid tot ongelijkheden - bij hun oproeping tot indiensttreding - tussen ambtenaren die voor eenzelfde vergelijkend wervingsexamen zijn geslaagd; dat, bij gelijke omstandigheden, de graadanciënniteit van de ambtenaren die het eerst in dienst getreden zijn, niet kan ingaan op een latere datum dan die waarop de graadanciënniteit van de later in dienst getreden ambtenaren ingaat;
Considérant que la création de grades particuliers au niveau 2+ à partir du 1 janvier 1995 a induit des inégalités entre agents lauréats d'un même concours de recrutement lors de leur appel en service; que, toutes choses étant égales, l'ancienneté de grade des agents entrés en service en premier lieu ne peut prendre effet à une date ultérieure à la prise d'effet de l'ancienneté de grade des agents entrés par la suite;