Genoemd artikel van de CPP (zie wetgeving hierboven) bepaalt dat opdracht kan worden gegeven tot opschorting v
an gevangenisstraf, ongeacht de omvang van de nog te boeten straf, en wel
voor een niet nader aangegeven duur, wanneer het ga
at om veroordeelden waarvan is vastgesteld dat zij lijden onder een aandoening die van nadelige invloed is op hun overlevingskansen of wa
...[+++]nneer hun geestelijke gezondheid op duurzame basis zodanig verstoord is dat voortzetting van de gevangenisstraf onaanvaardbaar is.
Cet article du CPP (voir législation plus haut) dispose qu’une suspension de peine peut être ordonnée, quelle que soit la nature de la peine restant à subir, et pour une durée qui n’a pas à être précisée, pour les condamnés dont il est établi qu’ils sont atteints d’une pathologie engageant le pronostic vital ou que leur état de santé est durablement incompatible avec le maintien en détention.