20. verzoekt de lidstaten het instrument ruimtelijke ordening in te zetten voor integratie en desegregatie, en kwaliteit van de infrastructuur en het milieu te verbeteren in die steden die met de grootste sociale onevenwichtigheden te kampen hebben, alsook de band tussen stedelijke en plattelandsgebieden te versterken met het oog op het bevorderen van een inclusieve ontwikkeling;
20. invite les États membres à utiliser la planification urbaine pour l'intégration et la déségrégation, et à développer les qualités d'infrastructure et d'environnement des villes les plus fortement touchées par les déséquilibres sociaux, ainsi qu'à renforcer les liens entre les zones urbaines et rurales en vue de promouvoir un développement inclusif;