Gelet op de beslissing van de Regering van 22 maart 2010 om, overeenkomstig artikel 3, § 1, tweede lid, van het decreet van 3 mei 2004 tot bevordering van de evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen, de rechtvaardiging van een onevenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de adviesraad voor gezins- en generatievraagstukken goed te keuren;
Vu la décision prise par le Gouvernement le 22 mars 2010 d'approuver la présence déséquilibrée d'hommes et de femmes au sein du Conseil consultatif pour les questions familiales et générationnelles en application de l'article 3, § 1, alinéa 2, du décret du 3 mai 2004 promouvant la présence équilibrée d'hommes et de femmes dans les organes consultatifs;