De basisprincipes inzake de bezoldiging van de voorzitter en de directieleden zijn voortaan in de wet zelf opgenomen, niet enkel in een ministerieel besluit, en iedere onduidelijkheid omtrent de bevoegdheid tot het vaststellen van die bezoldiging is weggenomen door deze via een te nemen koninklijk besluit aan de minister, bevoegd voor Energie, toe te kennen.
Les principes de base relatifs à la rémunération du président et des membres de la direction sont désormais consignés dans la loi elle-même, et pas seulement dans un arrêté ministériel, et toute ambiguïté quant à la compétence de fixer cette rémunération est levée puisque celle-ci est conférée de façon univoque, par le biais d'un arrêté royal à prendre, au ministre compétent en matière d'énergie.
