Deze richtlijn, die betrekking heeft op de directe belastingen (inkomsten-, vennootschaps- en winstbelasting) en verbonden is met de belastingheffing op verzekeringspremies, stelt de lidstaten in staat hun onderzoeken naar grensoverschrijdende belastingfraude te coördineren en meer procedurele taken te verrichten ten behoeve van elkaar.
Relative à la fiscalité directe (impôt sur le revenu, impôt sur les sociétés et impôt sur les plus-values), et conjuguée à la fiscalité sur les primes d'assurance, elle permet aux Etats membres de coordonner leurs enquêtes en matière de fraude fiscale transfrontalière, et de prendre en charge davantage de procédures pour le compte des uns et des autres.