Daaruit bleek dat 9 van de 10 onderzochte Canadezen sporen van bisfenol A in zich droeg. De aanwezigheid van bisfenol A in de urine was het hoogst bij de adolescenten van 12 tot 19 jaar, en het laagst bij de 60-plussers.
Sa présence dans l'urine était la plus forte parmi les adolescents âgés de 12 à 19 ans et la plus faible parmi les personnes de plus de 60 ans.