DG Onderwijs en Cultuur | DG Onderwijs, Jongerenzaken, Sport en Cultuur | directoraat-generaal Onderwijs en Cultuur | directoraat-generaal Onderwijs, Jongerenzaken, Sport en Cultuur
DG Éducation et culture | DG Éducation, jeunesse, sport et culture | direction générale de l’éducation, de la jeunesse, du sport et de la culture | direction générale de l'éducation et de la culture
In artikel 67 van het decreet van 8 juli 1996 betreffende het onderwijs VII, vervangen bij het decreet van 19 juli 2013 en gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt opgeheven; 2° paragraaf 3 tot en met 6 worden hernummerd tot paragraaf 2 tot en met 5; 3° in paragraaf 3, die hernummerd wordt tot paragraaf 2, worden volgende wijzigingen aangebracht : a) punt 1° wordt opgeheven; b) punt 2° tot en met 4° worden hernummerd tot punt 1° tot en met 3° ; c) er wordt een punt 4° toegevoegd dat luidt als volgt : "4° de definitie van de doelgroep".
A l'article 67 du décret du 8 juillet 1996 relatif à l'enseignement VII, remplacé par le décret du 19 juillet 2013 et modifié par le décret du 25 avril 2014, les modifications suivantes sont apportées : 1° le paragraphe 2 est abrogé ; 2° les paragraphes 3 à 6 sont renumérotés paragraphes 2 à 5 ; 3° au paragraphe 3, qui est renuméroté paragraphe 2, les modifications suivantes sont apportées : a) le point 1° est abrogé ; b) les points 2° à 4 sont renumérotés points 1° à 3° ; c) il est ajouté un point 4° ainsi rédigé : « 4° la définition du groupe-cible».
Wanneer de lestijden die met toepassing van de §§ 1 en 2 worden toegekend, het bovendien niet mogelijk maken om binnen de inrichting, voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, of binnen de inrichtende macht, voor het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs, aan de vastbenoemde en prioritair tijdelijke of personeelsleden of stagiairs een volume lestijden toe te kennen dat overeenstemt met het volume dat hen op 30 juni 2017 toegekend was, overeenkomstig de prioriteiten die werden vastgesteld bij afdeling VII van hoofdstuk II van Titel III van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwaamheidsbewi ...[+++]jzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs en bij de overgangsbepalingen vermeld in hoofdstuk XIquater van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, en van hoofdstuk X ter van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst van de inrichtingen van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, en, bij ontstentenis daarvan, overeenkomstig de regels van het administratief statuut dat toepasselijk is op het personeelslid, dient het inrichtingshoofd, voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, of de inrichtende macht, voor het gesubsidieerd offi ...
En outre, lorsque les périodes octroyées en application des §§ 1 et 2 ne permettent pas d'attribuer, au sein de l'établissement, pour l'enseignement organisé par la Communauté française, ou au sein du Pouvoir organisateur, pour l'enseignement subventionné par la Communauté française, aux membres du personnel définitifs, temporaires prioritaires ou stagiaires un volume de périodes équivalent à leurs attributions au 30 juin 2017, conformément à l'ordre de priorité défini par la section VII du chapitre II du Titre III du décret du 11 avril 2014 réglementant les titres et fonctions dans l'enseignement fondamental et secondaire organisé et su ...[+++]bventionné par la Communauté française et par les dispositions transitoires reprises au chapitre XI quater de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant et du chapitre X ter l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres et des professeurs de religion, pour l'enseignement organisé par la Communauté française, et, à défaut, conformément aux règles du statut administratif dont relève le membre du personnel, le chef d'établissement, pour l'enseignement organisé par la Communauté française, ou le Pouvoir organisateur, pour l'enseignement officiel subventionné et pour l'enseignement libre non confessionnel, introduit, auprès de l'Administration, un document justifiant qu'il utilise, pour ce faire, un nombre déterminé de périodes supplémentaires dont il précisera l'affectation par implantations conformément aux dispositions visées ci-après.
Wanneer de lestijden die met toepassing van de voormelde bepalingen worden toegekend, het bovendien niet mogelijk maken om binnen de inrichting, voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, of binnen de inrichtende macht, voor het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs, aan de vastbenoemde en prioritair tijdelijke of personeelsleden of stagiairs een volume lestijden toe te kennen dat overeenstemt met het volume dat hen op 30 juni 2017 toegekend was, overeenkomstig de prioriteiten die werden vastgesteld bij afdeling VII van hoofdstuk II van Titel III van het decreet van 11 april 2014 tot regeling van de bekwa ...[+++]amheidsbewijzen en ambten in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde en gesubsidieerde basis- en secundair onderwijs en bij de overgangsbepalingen vermeld in hoofdstuk XIquater van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, en van hoofdstuk X ter van het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot vaststelling van het statuut van de leermeesters, de leraars en de inspecteurs katholieke, protestantse, Israëlitische, orthodoxe en islamitische godsdienst van de inrichtingen van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, en, bij ontstentenis daarvan, overeenkomstig de regels van het administratief statuut dat toepasselijk is op het personeelslid, dient het inrichtingshoofd, voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, of de inrichtende macht, voor het gesubsi ...
En outre, lorsque les périodes octroyées en application des dispositions ci-avant ne permettent pas d'attribuer, au sein de l'établissement, pour l'enseignement organisé par la Communauté française, ou au sein du Pouvoir organisateur, pour l'enseignement subventionné par la Communauté française, aux membres du personnel définitifs, temporaires prioritaires ou stagiaires, ou temporaires stagiaires, un volume de charge horaire équivalent à leurs attributions au 30 juin 2017, conformément à l'ordre de priorité défini par la section VII du chapitre II du Titre III du décret du 11 avril 2014 réglementant les titres et fonctions dans l'enseign ...[+++]ement fondamental et secondaire organisé et subventionné par la Communauté française et par les dispositions transitoires reprises au chapitre XIquater de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant et du chapitre Xter l'arrêté royal du 25 octobre 1971 fixant le statut des maîtres et des professeurs de religion, pour l'enseignement organisé par la Communauté française, et, à défaut, conformément aux règles du statut administratif dont relève le membre du personnel, le chef d'établissement, pour l'enseignement organisé par la Communauté française, ou le Pouvoir organisateur, pour l'enseignement officiel subventionné et pour l'enseignement libre non confessionnel, introduit, auprès de l'Administration, un document justifiant qu'il utilise, pour ce faire, un nombre déterminé de périodes supplémentaires dont il précisera l'affectation conformément aux dispositions visées ci-après.
Ze heeft de volgende opdrachten : 1° verslag uitbrengen aan de Regering en aan het Parlement, overeenkomstig artikel 10; 2° de beroepen onderzoeken van de studenten met een handicap waarvan de aanvraag om aanpassingen werd afgewezen en zich uitspreken over de ontvankelijkheid van het verzoek en over het redelijke karakter van de aanpassingen overeenkomstig de procedure die in afdeling VII van dit decreet wordt vastgesteld; 3° een plaats zijn voor documentatie, bezinning en inzameling van goede praktijken met het oog op de verspreiding ervan bij de inrichtingen; 4° een regelmatige dialoog onderhouden met de commissie voor het inclusief hoger onderwijs, ingestel ...[+++]d bij artikel 23 van het decreet van 30 januari 2014 betreffende het inclusief hoger onderwijs, om een gezamenlijke gedachtegang en de uitwisseling van informatie te bevorderen.
Ses missions sont les suivantes: 1° faire rapport au Gouvernement et au Parlement, conformément à l'article 10; 2° accueillir les recours des étudiants en situation de handicap dont la demande d'aménagements a été rejetée et se prononcer sur la recevabilité de la requête et sur le caractère raisonnable des aménagements conformément à la procédure fixée à la section VII du présent décret; 3° constituer un lieu de documentation, de réflexion et de recueil de bonnes pratiques en vue de leur diffusion auprès des établissements; 4° nouer un dialogue régulier avec la Commission de l'Enseignement supérieur inclusif instituée par l'article 23 ...[+++] du décret du 30 janvier 2014 relatif à l'enseignement supérieur inclusif, afin de favoriser les réflexions communes et les échanges d'informations.
Artikel 19quater van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, zoals ingevoegd bij artikel VIII. 34 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het onderwijs XIX en aangevuld bij artikel VII. 18 van het decreet van 9 juli 2010 betreffende het onderwijs XX, bepaalt : « Indien de bestuurstaal niet dezelfde taal is als de onderwijstaal, moet het personeelslid dat behoort tot een selectie- of bevorderingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel, tot een pedagogische begeleidingsdienst, tot het ambt van a ...[+++]dministratief medewerker of een ambt van het administratief personeel de bestuurstaal beheersen op niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen.
L'article 19quater du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l'enseignement subventionné et des centres subventionnés d'encadrement des élèves, tel qu'il a été inséré par l'article VIII. 34 du décret du 8 mai 2009 relatif à l'enseignement XIX et complété par l'article VII. 18 du décret du 9 juillet 2010 relatif à l'enseignement XX, dispose : « Si la langue administrative n'est pas la même langue que la langue d'enseignement, le membre du personnel appartenant à une fonction de sélection ou de promotion du personnel directeur et enseignant, à un service d'encadrement pédagogique, à la fonction de coll ...[+++]aborateur administratif ou à une fonction du personnel administratif, doit maîtriser la langue administrative au niveau B1 du Cadre européen commun de Référence pour Langues.
Art. 4. Het beroep van podoloog mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding in het kader van hoger onderwijs, overeenstemmend met minimum 180 ECTS studiepunten, waarvan het leerprogramma op zijn minst omvat : a) een theoretische opleiding in : i) algemene anatomie met inbegrip van topografische anatomie van de onderste ledematen; ii) chirurgie van de voet en de aangelegen segmenten; iii) algemene fysiologie; iv) bewegingsleer met inbegrip van fysiologie van de beweging, biomechanica en biometrie; v ...[+++]) algemene pathologie met inbegrip van microbiologie, orthopedie, traumatologie, pediatrie, dermatologie, neurologie, inwendige ziekteleer met inbegrip van vasculaire pathologie, systeemaandoeningen, metabole aandoeningen en geriatrie; vi) medische beeldvorming; vii) farmacologie; viii) scheikunde; ix) natuurkunde; x) fysiotechniek; xi) deontologie; xii) geschiedenis van de podologie; xiii) wetgeving met betrekking tot de gezondheidszorgberoepen; b) een theoretische en praktische opleiding in : i) podologische onderzoeksmethoden; ii) podologische behandelingsmethoden; iii) podologische zolen; iv) huid- en wondverzorging; v) hygiëne, sterilisatie en instrumentenleer; vi) bio- en pathomechanica; vii) orthesiologie van de voet en de enkel; viii) meettechnieken, materialenleer en werkplaatstechnologie; ix) gipstechnieken; x) assistentie en instrumentatie in de chirurgie van de onderste ledematen; xi) bewegingsanalyse met inbegrip van gang- en loopanalyse; c) het maken van een eindwerk dat in verband staat met de opleiding van podologie; 2° met vrucht een stage doorlopen hebben van minstens 600 uren in podologische methoden en praktijken, ten bewijze waarvan de kandidaat een stageboek moet bijhouden; Deze stage dient ten minste uit volgende onderdelen te bestaan : a) polikliniek : heelkunde, orthopedie en traumatolog ...
Art. 4. La profession de podologue ne peut être exercée que par des personnes remplissant les conditions suivantes : 1° être détenteur d'un diplôme sanctionnant une formation, répondant à une formation dans le cadre d'un enseignement supérieur, correspondant au minimum à 180 ECTS, dont le programme d'études comporte au moins : a) une formation théorique en : i) anatomie générale y compris anatomie topographique des membres inférieurs; ii) chirurgie du pied et des segments y attenant; iii) physiologie générale; iv) étude du mouvement y compris physiologie du mouvement, biomécanique et biométrie; v) pathologie générale y compris microbiologie, orthopédie, traumatologie, pédiatrie, dermatologie, neurologie, étude des maladies internes y c ...[+++]ompris pathologie vasculaire, affections systémiques, affections métaboliques et la gériatrie; vi) imagerie médicale; vii) pharmacologie; viii) chimie; ix) physique; x) physiotechnique; xi) déontologie; xii) histoire de la podologie; xiii) législation concernant les professions de soins de santé; b) une formation théorique et pratique en : i) méthodes d'investigation podologique; ii) méthodes de traitement podologique; iii) semelles podologiques; iv) soins cutanés et soins de plaies; v) hygiène, stérilisation et instrumentation; vi) bio- et pathomécanique; vii) orthésiologie du pied et de la cheville; viii) techniques de prise de mesures, connaissance des matériaux et technologie d'atelier; ix) techniques de plâtres; x) assistance et instrumentation en chirurgie des membres inférieurs; xi) analyse du mouvement y compris l'analyse de la marche et de la course; c) effectuer un travail de fin d'études en rapport avec la formation de podologie; 2° avoir effectué avec fruit un stage d'au moins 600 heures en podologie théorique et pratique, attesté par un carnet de stage que le candidat doit tenir à jour; Ce stage doit se composer au moins des éléments suivants : a) polyclinique : chirurgie, orthopédie et traumatol ...
Zoekt u de juiste vertaling van een woord in een specifieke context? Zoekt u juridische informatie? Met Wordscope kunt u een uitgelezen selectie van betrouwbare websites doorzoeken! Officiële teksten, alle onderwerpen en vakgebieden