Traduction de «onderstaande vijf algemene » (Néerlandais → Français) :

2. Vereiste ervaring op de uiterste inschrijvingsdatum : . Relevante beroepservaring van minstens vijf jaar op het gebied van sociale huisvesting en gespreid over minstens één van onderstaande taken : - opvolging van de ontwikkeling van de werking van de OVM's (Openbare Vastgoedmaatschappijen); - opvolging van de huurwetgeving die met de sector verband houdt; - opvolging van de algemene evoluties van de sector.
2. Expérience requise à la date limite d'inscription : Une expérience professionnelle pertinente dans le domaine du logement social de minimum cinq années réparties dans au moins une des tâches reprises ci-dessous : - suivi du développement de l'action des Sisps (sociétés immobilières de service public); - suivi de la législation locative sur le secteur; - suivi des évolutions générales du secteur.

Art. 2. De hiernavolgende subsidies voor een totaal bedrag van 182.622,05 euro (honderd tweeëntachtigduizend zeshonderd tweeëntwintig euro en vijf eurocent), deel uitmakend van een totale vastlegging van 456.555,15 euro (vierhonderd zesenvijftigduizend vijfhonderd vijfenvijftig euro en vijftien eurocent), ordonnanceringsnummer 20092532, aan te rekenen op de kredieten ingeschreven op de basisallocatie 12.02 van het programma 35.20 - Net- en discipline-overstijgende wetenschappelijke samenwerking binnen de CLB's- van de algemene uitgavenbegroting 2001 van de Vlaamse Gemeenschap, worden aan de onderstaande Centra voor Leerlingenbegeleiding als tweede schijf (40 %) uitbetaald :
Art. 2. Les subventions suivantes pour un montant total de 182.622,05 euros (cent quatre-vingt deux mille six cent vingt-deux euros et cinq eurocentimes) compris dans un engagement total de 456.555,15 euros (quatre cent cinquante-six mille cinq cent cinquante-cinq euros et quinze eurocentimes), numéro d'ordonnancement 20092532, à imputer aux crédits inscrits à l'allocation de base 12.02 du programme 35.20 - Collaboration scientifique interréseau et interdisciplinaire au sein des CLBs - du budget général des dépenses 2001 de la Communauté flamande sont payées comme deuxième tranche (40 %) aux Centres d'encadrement des élèves mentionnés ci-après :

...ST, (1) ONDERSCHRIJFT de onderstaande vijf algemene doelstellingen van het toekomstige beleid van de Gemeenschap met het oog op versterking en uitbreiding van de samenwerking met derde landen op het gebied van OTO : - verbetering van de Europese concurrentiepositie en ontwikkeling van technologieën voor toekomstige markten ; - ontwikkeling van partnerschappen op het gebied van wetenschap en technologie, in het bijzonder met derde landen die voor de Gemeenschap van strategisch belang zijn ; - gedeelde verantwoordelijkheid en ontplooiing van OTO-activiteiten inzake de economische en sociale uitdagingen ; - bevordering van OTO waarbij wordt ingespeeld op de behoeften en prioriteiten van de ontwikkelingslanden ten behoeve van hun duurzame economische groei ; - W T-informatie delen en bijdragen tot grootschalige, grensverleggende wetenschap en technologie (2) BENADRUKT dat samenwerking met derde landen op het gebied van OTO gebaseerd moet blijven op de volgende beginselen : subsidiariteit ; wederzijds voordeel ; coherentie met het beleid van de Gemeenschap op de overige gebieden, in het bijzonder met het buitenlands beleid van de Unie ; doelmatigheid en kwaliteit (3) ONDERSTREEPT dat om economische, politieke en geografische redenen een gedifferentieerde aanpak noodzakelijk is ten aanzien van de verschillende derde landen waarmee wordt samengewerkt. ...
...ntifique et technique (CREST), 1. APPROUVE les cinq objectifs globaux proposés pour la future politique de la Communauté visant à renforcer et à intensifier davantage la coopération en matière de recherche et de développement technologique avec les pays tiers, selon les modalités suivantes : - renforcer la compétitivité européenne et développer des technologies pour les futurs marchés ; - développer le partenariat dans le domaine de la science et de la technologie, en particulier avec les pays tiers qui présentent un intérêt stratégique pour la Communauté ; - partager les responsabilités et mener des activités de RDT sur les défis économiques et sociaux ; - promouvoir des activités de RDT adaptées aux besoins et aux priorités des pays en développement pour favoriser leur croissance économique durable ; - partager l'information scientifique et technologique et contribuer à la mégascience ainsi qu'aux sciences et technologies de pointe. 2. INSISTE sur l'idée que la coopération avec les pays tiers en matière de RDT devrait rester fondée sur les principes suivants : subsidiarité, avantage mutuel, cohérence avec les autres politiques communautaires, en particulier avec les politiques extérieures de l'Union, efficacité et qualité. 3. SOULIGNE la nécessité d'adopter une approche différenciée selon les différents pays tiers partenaires, pour des raisons économiques, politiques et géographiques. ...