2. De Commissie en de lidstaten zorgen ervoor dat activiteiten in het kader van het programma en andere relevante activiteiten van de Unie en de Gemeenschap, met name in het kader van de structuurfondsen en in het bijzonder van het Europees Sociaal Fonds, onderling samenhangen, elkaar aanvullen en elkaar niet overlappen.
2. La Commission et les États membres veillent à la cohérence, à la complémentarité et à l'absence de chevauchement entre les activités menées au titre du programme et d'autres actions connexes de l'Union et de la Communauté, en particulier celles qui relèvent des Fonds structurels, notamment du Fonds social européen.