Zij voerden voorts aan dat a) chassis en hydraulische onderdelen, enerzijds, en handpallettrucks, anderzijds, onderscheiden producten zijn en dat voor het chassis en de hydraulische onderdelen geen dumping- en schadebeoordeling is uitgevoerd, en dat daardoor geen antidumpingrechten kunnen worden ingesteld; b) het meerekenen van onderdelen zonder de procedure van artikel 13 van de basisverordening te volgen, assembleurs van handpallettrucks in de Gemeenschap onevenredig zou benadelen; en c) chassis en hydraulische
onderdelen ook voor onderhoudsdoeleinden worden ingevoerd, waardoor instelling van antidumpingrechten op chassis en hydrauli
...[+++]sche onderdelen de huidige gebruikers onevenredig zou benadelen.Les mêmes parties intéressées ont également fait valoir que: a) les châssis et les systèmes hydrauliques, d’une part, et les transpalettes à main, d’autre part, étaient des produits différents et que les premiers n’avaient fait l’objet d’aucune évaluation du dumping ni du préjudice et que, de ce fait, aucun droit antidumping ne pouvait leur être appliqué; b) l’inclusion des parties dans la définition du produit au mépris de la procédure prévue à l’article 13 du règlement de base pénaliserait injustement les assembleurs de transpalettes à main
dans la Communauté; et c) des châssis et des systèmes hydrauliques étaient aussi importés à de
...[+++]s fins d’entretien et l’institution d’un droit serait indûment préjudiciable aux utilisateurs actuels.
