Het algemeen internationaal recht verbindt aan het bezit van de internationale rechtspersoonlijkheid het vermoeden van het genot van een aantal daarmee samenhangende bevoegdheden, met name de bevoegdheid om verdragen aan te gaan, de bevoegdheid om diplomatieke betrekkingen te onderhouden (waaronder het actieve en het passieve gezantschap) en de bevoegdheid om zelf internationaal aanspraak te maken (bevoegdheid inzake geschillen).
Le droit international général associe, à titre présomptif, à la possession de la personnalité juridique internationale, la jouissance corrélative d'un faisceau de capacités dont les principales sont la capacité de conclure des traités, le fait d'entretenir des relations diplomatiques (droit de légation actif et passif) et de présenter en propre une prétention internationale (capacité contentieuse).