Zo was er de wet van 5 juli 2001 die vooral een verruiming betekende van de mogelijkheden om verdachten celmateriaal onder dwang te doen afstaan en de wet van 8 mei 2003 die beoogde DNA-onderzoek mogelijk te maken voor de vaststelling van bepaalde uiterlijk waarneembare persoonskenmerken van de onbekende verdachte ter vereenvoudiging van de opsporing.
Ainsi, il y a eu la loi du 5 juillet 2001, qui a élargi l'éventail des possibilités de prélèvement de cellules sous la contrainte chez les suspects, ainsi que la loi du 8 mai 2003 qui a autorisé les analyses ADN en vue de l'établissement de certaines caractéristiques physiques de prévenus inconnus à des fins de simplification de la recherche.