14. verzoekt de lidstaten onderzoeken te verrichten, uitgesplitst naar gender, leeftijd, en economische activiteit, naar het aantal gevallen van spier- en skeletaandoeningen onder de beroepsbevolking op nationaal niveau, om vast te stellen op welke wijze deze aandoeningen het best gemonitord kunnen worden;
14. invite les États membres à réaliser des études pour connaître la prévalence des troubles musculo-squelettiques liés au travail au niveau national, dans la population active en général, par sexe, âge et secteur d'activité économique, en vue de déterminer la meilleure méthode de surveillance de ces troubles;