31. dringt er bij de lidstaten op aan erop toe te zien dat werkzaamheid als zelfstandige geen middel wordt om werknemers te beletten sociale zekerheid en arbeidsbescherming te genieten of een middel voor werkgevers om arbeidswetgeving en wetgeving inzake sociale zekerheid te omzeilen; verlangt tevens dat het op een lijn stellen van zelfstandigen met werknemers vermeden moet worden om de voordelen van werkzaamheid als zelfstandige en van de economische activiteit van een zodanige aard te behouden en bij te dragen aan de ontwikkeling van het ondernemerschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening;
31. prie instamment les États membres de veiller à ce que le travail indépendant ne devienne pas un moyen d'empêcher les travailleurs de bénéficier de la sécurité sociale et du travail ou un moyen pour les employeurs de contourner la législation du travail et la législation relative à la sécurité sociale; demande également que les travailleurs indépendants ne soient pas regroupés avec les salariés afin de préserver les avantages du travail indépendant et de ce type d'activité économique, et de contribuer au développement de l'esprit d'entreprise et de la qualité des services;