2. Ten einde de geharmoniseerde aanvullende verklaring in stand te houden dient de spoorwegonderneming, respectievelijk de beheerder van de infrastructuur in het kader van zijn systeem voor veiligheidsbeheer overeenkomstig artikel 9 van richtlijn 2004/49/EG ten aanzien van kenn
is en vaardigheiden omtrent rollend materieel, trajecten en zo nodig taal, bepaalde uiterlijke termijnen en passend
e maatregelen (b.v. rijden onder toezicht) te treffen voor het geval de treinbestuurder trajecten en/of voertuigen waarvoor zijn geharmoniseerd aan
...[+++]vullende verklaring geldt, gedurende deze termijnen niet gebruikt.
2. Afin de maintenir l'attestation complémentaire harmonisée, l'entreprise ferroviaire et/ou l'exploitant de l'infrastructure doit prévoir, dans le cadre de son système de gestion de la sécurité, conformément à l'article 9 de la directive 2004/49/CE, certains délais maximum et des mesures appropriées (ex.: conduite surveillée) pour les connaissances et aptitudes concernant le matériel roulant, les lignes et, le cas échéant, la langue, pour le cas où le conducteur de train n'utiliserait pas au-delà de ces délais les lignes et/ou les véhicules pour lesquels a été délivrée son attestation complémentaire harmonisée.