De indiening en de behandeling van
een klacht door de ombudsman hebben geen opschortende of onderbrekende werking op eventuele administratie
ve of gerechtelijke beroepsprocedures daaromtrent». 3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt : « In afwijking van § 2 en zonder afbreuk te doen aan de gevallen bepaald in artikel 19, derde lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, kan de ombudsman de onderzoeksprocedure voortzetten, voor zover het administratief dossier of de aangehaalde feiten het voorwerp zijn va
...[+++]n een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State».