Vertaling van "oktober 2013 voorschotten " (Nederlands → Frans) :

De lidstaten mogen de landbouwers vanaf 16 oktober 2013 voorschotten betalen tot 50 % van de rechtstreekse betalingen uit hoofde van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 73/2009 voor aanvragen die in 2013 zijn gedaan, zonder daarbij rekening te houden met de in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde aanpassing en op voorwaarde dat de verificatie van de subsidiabiliteitsvoorwaarden overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 73/2009 is afgerond.
À compter du 16 octobre 2013, les États membres peuvent verser aux agriculteurs des avances jusqu’à concurrence de 50 % des paiements directs énumérés à l’annexe I du règlement (CE) no 73/2009 pour les demandes introduites en 2013, sans prendre en compte l’ajustement visé à l’article 11 du règlement (CE) no 73/2009, pour autant que la vérification des conditions d’admissibilité conformément à l’article 20 du règlement (CE) no 73/2009 ait été effectuée.

Overeenkomstig artikel 75, § 1, vierde lid, van Verordening nr. 1306/2013, kunnen voorschotten van ten hoogste 75 % van het totaalbedrag van de in de artikelen 20 en 23 bedoelde vergoedingen of van de in artikel 25 bedoelde toelage vóór 1 december en alleen vanaf 16 oktober worden betaald.
Conformément à l'article 75, paragraphe 1, alinéa 4, du Règlement n° 1306/2013, des avances allant jusqu'à 75 pourcent du montant total des indemnités visées aux articles 20 et 23 ou de la subvention visée à l'article 25 peuvent être versées avant le 1 décembre et uniquement à partir du 16 octobre.

1 OKTOBER 2015. - Ministerieel besluit houdende de procedurele aspecten bij aanvragen, beoordeling, subsidietoekenning, voorschotten, betaling en toezicht in het kader van het decreet van 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele kunsten De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, Gelet op het Kunstendecreet van 13 december 2013, artikel 12, 44, § 1, vierde lid, artikel 45, § 3, tweede lid en § 5, zesde en tiende lid, artikel 50, § 3, tweede lid, artikel 53, § 1, tweede lid, artikel 84, § 3, artikel 94, § 2, tweede lid, artikel 101, § 2, tweede lid, artikel 108, § 2, tweede lid, artikel 117, § 2, tweede lid, artikel 131, § 2, tweede lid, artikel 145, § 2, tweede lid, artikel 153, § 2, tweede lid, artikel 159, § 2, tweede lid en artikel 173, § 2, tweede lid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 betreffende de uitvoering van het decreet van 13 december 2013 houdende de ondersteuning van de professionele kunsten, artikel 4, eerste en vierde lid, artikel 24, 26, 32, 38, derde lid, artikel 53, 63, 67, 70, eerste en vierde lid, artikel 75, eerste en vierde lid, artikel 83, eerste en vierde lid, artikel 92, eerste en vierde lid, artikel 94 eerste en tweede lid, artikel 96, eerste en vierde lid, artikel 100, 101, derde lid en artikel 112; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 juli 2015;
1er OCTOBRE 2015. - Arrêté ministériel relatif aux aspects procéduraux en cas de demande, d'évaluation, d'octroi de subvention, d'avances, de paiement et de contrôle dans le cadre du décret du 13 décembre 2013 relatif au soutien des arts professionnels Le Ministre flamand de la Culture, des Médias, de la Jeunesse et des Affaires bruxelloises, Vu le décret sur les Arts du 13 décembre 2013, article 12, 44, § 1 , alinéa quatre, article 45, §§ 3, alinéa deux et 5, alinéas six et dix, article 50, § 3, alinéa deux, article 53, § 1 , alinéa deux, article 84, § 3, article 94, § 2, alinéa deux, article 101, § 2, alinéa deux, article 108, § 2, alinéa deux, article 117, § 2, alinéa deux, article 131, § 2, alinéa deux, article 145, § 2, alinéa deux, article 153, § 2, alinéa deux, article 159, § 2, alinéa deux et article 173, § 2, alinéa deux ; Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 mai 2014 portant exécution du décret du 13 décembre 2013 relatif au soutien des arts professionnels, article 4, alinéas premier et quatre, articles 24, 26, 32, 38, alinéa trois, articles 53, 63, 67, 70, alinéas premier et quatre, article 75, alinéas premier et quatre, article 83, alinéas premier et quatre, article 92, alinéas premier et quatre, article 94, alinéas premier et deux, article 96, alinéas premier et quatre, articles 100, 101, alinéa trois et article 112 ; Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 16 juillet 2015 ;

Om ervoor te zorgen dat de voorschotten ten laste van het begrotingsjaar 2014 worden geboekt, moeten deze vanaf woensdag 16 oktober 2013 worden verstrekt.
Afin que les paiements des avances puissent être imputés sur l’exercice budgétaire 2014, il convient qu’ils soient effectués à compter du 16 octobre 2013.

Overeenkomstig artikel 75, lid 1, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 kunnen de lidstaten van 16 oktober tot en met 30 november voorschotten betalen van ten hoogste 50 % voor rechtstreekse betalingen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) en van ten hoogste 75 % voor areaalgebonden en diergebonden steunmaatregelen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3).
Conformément à l'article 75, paragraphe 1, troisième alinéa, du règlement (UE) no 1306/2013, du 16 octobre au 30 novembre, les États membres peuvent verser des avances allant jusqu'à 50 % pour les paiements directs au titre du règlement (UE) no 1307/2013 du Parlement européen et du Conseil (2), et jusqu'à 75 % pour les mesures de soutien liées aux surfaces et aux animaux au titre du règlement (UE) no 1305/2013 du Parlement européen et du Conseil (3).

Dit plafond wordt, wat de referentieperiode van 1 juli 2011 tot 30 juni 2012 betreft op basis waarvan de eindafrekening in 2013 gebeurt en op basis waarvan de berekening van de voorschotten gebeurt die worden gestort op 31 januari, 30 april, 31 juli en 31 oktober 2013, verhoogd tot 25.189 voltijds equivalenten.
Pour la période de référence allant du 1 juillet 2011 au 30 juin 2012, sur base de laquelle le décompte final est opéré en 2013 et sur base de laquelle est effectué le calcul des avances qui sont versées les 31 janvier, 30 avril, 31 juillet et 31 octobre 2013, ce plafond s'élève à 25.189 équivalents temps plein.