« Schendt artikel 7, tweede lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, zoals gewijzigd bij artikel 92 van de
wet van 29 december 1990, niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de kinderbijslag ten vroegste wordt toegekend vanaf de maand die één jaar voorafgaat aan de datum waarop de aanvraag werd ingediend, terwijl artikel 120 van de gecoördineerde wetten van 19 december 1939, toepasselijk op de zelfstandigen, en artikel 39 van het koninklijk besluit van 8 april 1976, zoals zij van
kracht waren op 11 oktober 1993, als ...[+++] enige vervaltermijn enkel voorzien in een verjaringstermijn van drie jaar ?« L'article 7, alinéa 2, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties, tel que modifié par l'article 92 de la
loi du 29 décembre 1990, ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que celui-ci prévoit que les allocations familiales sont accordées au plus tôt à partir du mois précédant d'un an la date à laquelle la demande a été présentée, alors que l'article 120 des lois coordonnées du 19 décembre 1939 applicable au travailleur indépendant et l'article 39 de l'arrêté royal du 8 avril 1976, tels qu'en vigu
eur à la date du 11 octobre ...[+++] 1993, ne prévoient pour seul délai de déchéance qu'un délai de prescription de trois ans ?
