Vertaling van "oktober 1971 vastgelegde " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

Aanvullend Protocol nr. 3 tot wijziging van het Verdrag tot het brengen van eenheid in enige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer, ondertekend te Warschau op 12 oktober 1929, zoals gewijzigd bij het te 's-Gravenhage op 28 september 1955 tot stand gekomen Protocol en bij het te Guatemala op 8 maart 1971 tot stand gekomen Protocol
Protocole additionnel nº 3 portant modification de la Convention pour l'unification de certaines règles relatives au transport aérien international signée à Varsovie le 12 octobre 1929, amendée par le Protocole fait à La Haye le 28 septembre 1955 et par le Protocole fait à Guatemala le 8 mars 1971

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Op basis van de door artikel 5 van het voornoemde koninklijk besluit van 11 oktober 1971 vastgelegde categorieën, is zij gelijk aan :
Selon les catégories déterminées par l'article 5 dudit arrêté royal du 11 octobre 1971, elle est égale :

7. De criteria voor de beoordeling van de proeven zijn vastgelegd in de artikelen 16bis en 16quater van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het Statuut van het Rijkspersoneel.
7. Les critères d'évaluation des épreuves sont fixés par les articles 16bis et 16quater de l'arrêté royal du 29 octobre 1971 fixant le règlement organique du Service public fédéral Finances ainsi que les dispositions particulières y assurant l'exécution du Statut des agents de l'État.

Op 1 oktober 2002 en in afwijking van artikel 3, § 3, van de wet van 16 maart 1971 over de arbeid, wordt de wekelijkse arbeidsduur, voorzien in artikel 19 van de wet van 16 maart 1971 op de arbeid, op 38 uur vastgelegd voor de groep dienstboden, zoals gedefinieerd in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 betreffende de beroepsindeling en de lonen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, volgens de in hoofdstuk III beschreven modaliteiten.
Au 1 octobre 2002 et en dérogation à l'article 3, § 3 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, la durée du travail hebdomadaire prévue à l'article 19 dans la loi du 16 mars 1971 sur le travail est fixée à 38 heures pour le groupe personnel domestique tel que défini dans l'article 8 de la convention collective de travail du 3 juin 2004, relative à la classification professionnelle et aux salaires, conclue au sein de la Commission paritaire pour la gestion d'immeubles et les travailleurs domestiques, selon les modalités décrites sous le chapitre III.

Art. 2. § 1. Op 1 oktober 2002, wordt de wekelijkse arbeidsduur, voorzien in artikel 19 van de wet van 16 maart 1971 over de arbeid, op 38 uur vastgelegd voor de groepen bedienden, arbeiders en conciërges, zoals gedefinieerd in artikelen 3 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 betreffend e de beroepsindeling en de lonen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, volgens de in hoofdstuk III beschreven modaliteiten.
Art. 2. § 1. Au 1 octobre 2002, la durée de travail hebdomadaire prévue à l'article 19 dans la loi du 16 mars 1971 sur le travail est fixée à 38 heures pour les groupes employés, ouvriers et concierges tels que définis dans les articles 3 et 5 de la convention collective de travail du 3 juin 2004, conclue au sein de la Commission paritaire pour la gestion d'immeubles et les travailleurs domestiques, relative à la classification professionnelle et aux salaires, selon les modalités décrites sous le chapitre III.

Op 1 oktober 2002 en in afwijking van artikel 3, § 3, van de wet van 16 maart 1971 over de arbeid, wordt de wekelijkse arbeidsduur, voorzien in artikel 19 van de wet van 16 maart 1971 op de arbeid, op 38 uur vastgelegd voor de groep huispersoneel, zoals gedefinieerd in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2002, betreffende de beroepsindeling en de lonen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, volgens de in hoofdstuk III beschreven modaliteiten.
Au 1 octobre 2002 et en dérogation à l'article 3, § 3, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, la durée de travail hebdomadaire prévue à l'article 19 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail est fixée à 38 heures pour le groupe personnel domestique tel que défini à l'article 8 de cette convention collective de travail du 30 septembre 2002, relative à la classification professionnelle et aux salaires, conclue au sein de la Commission paritaire pour la gestion d'immeubles, selon les modalités décrites sous le chapitre III.

Een onbezoldigd stagiair voor wie de wet van 10 april 1971 werd uitgebreid door het koninklijk besluit van 13 juni 2007 die het koninklijk besluit van 25 oktober 1971 wijzigt, is een leerling of student die, tijdens zijn opleiding, een stage loopt in een onderneming in het kader van opdrachten die in zijn studieprogramma staan vastgelegd.
Le stagiaire non rémunéré, à qui la loi du 10 avril 1971 a été étendue par l'arrêté royal du 13 juin 2007 modifiant l'arrêté royal du 25 octobre 1971, est un élève ou un étudiant qui, pendant son instruction, effectue un stage en entreprise dans le cadre des travaux prescrits par son programme d'études.