Volgens het voormelde besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 november 1998 moet het lid van het middenkader en het lager kader, om toegang te krijgen tot de graad van officier-adjunct-interventiechef, houder zijn van een van de diploma's bedoeld in punt 1 en 2 van bijlage I van het koninklijk besluit van 20 juli 1972 tot vaststelling van de geschiktheids- en bekwaamheidsvoorwaarden alsmede de benoemings- en bevorderingsvoorwaarden voor de officierenvan de gemeentelijke brandweerdiensten (4).
Or, selon l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 26 novembre 1998, précité, pour accéder au grade d'officier chef des interventions adjoint, il faut que le membre du cadre intermédiaire et subalterne soit titulaire de l'un des diplômes visés aux points 1 et 2 de l'annexe I de l'arrêté royal du 20 juillet 1972 établissant les critères d'aptitude et de capacité ainsi que les conditions de nomination et de promotion des officiers des services communaux d'incendie (4).