3. Voor de toepassing van deze richtlijn zijn "bijzondere of uitsluitende rechten" rechten die voortvloeien uit een door een bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat verleende machtiging op grond van een wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling die tot gevolg heeft dat de uitoefening van een van de in de artikelen 3 tot en met 6 omschreven activiteiten aan een of meer diensten voorbehouden blijft waardoor de mogelijkheden van andere ondernemingen om in hetzelfde geografische gebied en onder in wezen gelijkwaardige omstandigheden dezelfde activiteit uit te oefenen aanmerkelijk nadelig worden beïnvloed.
3. Aux fins de la présente directive, les droits spéciaux ou exclusifs sont des droits qui résultent d’une autorisation octroyée par une autorité compétente de l'État membre concerné, au moyen de toute disposition législative, réglementaire ou administrative ayant pour effet de réserver à une ou plusieurs entités l’exercice d’une activité définie aux articles 3 à 6 et d’affecter substantiellement la capacité des autres entreprises d’exercer cette activité sur le même territoire, dans des conditions substantiellement équivalentes.