Op mijn eerder gestelde vraag over de eretitel voor burgemee
sters, schepenen en OCMW-voorzitters antwoordt u dat «de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van de wet van 10 maart 1980 betreffende het verlenen van de eretitel van hun ambt aan de burgemeesters, aan de schepenen en aan de voorzitters van de raden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of van de gewezen commissies van openbare onderstand, voorziet dat een aftredend gemeenteraadslid of een aftredend OCMW-raadslid dat gedurende ten minste twaalf jaar in dezelfde OCMW-raad zitting heeft gehad en wiens gedrag onberispelijk is geweest, door de gemeenteraad of de OCMW-raa
...[+++]d tot het voeren van de eretitel van zijn mandaat kan worden gemachtigd» (vraag nr. 352 van 14 mei 2001, Vragen en Antwoorden, Kamer, 2001-2002, nr. 94, blz. 10811).Votre réponse à une de mes questions précédentes concernant le tit
re honorifique pour les bourgmestres, échevins et présidents de CPAS, était libellée comme suit: «La loi du 4 juillet 2001 modifiant la loi du 10 mars 1980 relative à l'octroi du titre honorifique de leurs fonctions aux bourgmestres, aux échevins et aux présidents des conseils des centres publics d'aide sociale ou des anciennes commissions d'assistance publique prévoit que le conseiller communal sortant de charge qui a siégé pendant douze ans au moins au sein du même conseil communal ou du même conseil des centres publics d'aide sociale et dont la conduite a été irréprocha
...[+++]ble peut être autorisé par le conseil communal ou le conseil de centre public d'aide sociale à porter le titre honorifique de ses fonctions» (question n° 352 du 14 mai 2001, Questions et Réponses, Chambre, 2001-2002, n° 94, p. 10811).
