4° opvang door een peetouder : de occasionele doch regelmatige opvang, door een particulier, " peetouder" genoemd, van een jongere die al dan niet het voorwerp uitmaakt van een programma van gespecialiseerde hulp opgesteld door de lastgevende macht en voor wie een opvang door een peetouder nieuwe hulpbronnen bij zijn evolutie zou brengen;
4° parrainage : accueil familial ponctuel mais régulier, par un particulier, dénommé « parrain », d'un jeune qui fait ou non l'objet d'un programme d'aide spécialisée élaboré par l'autorité mandante et pour qui un parrainage serait de nature à lui apporter des ressources nouvelles et soutenantes pour son évolution.