9. neemt kennis van de oprichting van een Raad voor de Mensenrechten in 2006; betreurt de vage omschrijving van de taken van de raad en het ontbreken van een nauwkeurig tijdschema; verzoekt de 60ste Algemene Vergadering deze kwestie als een prioriteit te beschouwen; dringt nogmaals aan op objectiviteit, een duidelijk mandaat, transparantie en in het bijzonder de bescherming en bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden als onvervreemdbare rechten van de mensen;
9. prend acte de la création d'un conseil des droits de l'homme en 2006; déplore la formulation floue relativement à son mandat et l'absence d'une échéance précise; demande à la 60 Assemblée générale d'examiner cette question en priorité; réitère son exigence d'objectivité, de clarté du mandat, de transparence et surtout de protection et de promotion des droits de l'homme et des libertés fondamentales en tant que droits de l'homme inaliénables;