Inderdaad, een andere redenering zou ertoe kunnen leiden dat aan artikel 264, 1e lid, 2º, WIB 9
2, die tot dan geen betekenis had, eventueel een draagwijdte wordt
gegeven die erop neerkomt dat voor een bepaald aanslagjaar in een belastingvrijstelling wordt voorzien met betrekking tot een inkomen dat de wetge
ver, hierin gevolgd door het Arbitragehof, voor
dezelfde periode precies heeft opgenomen in het geheel van
...[+++] de belastbare inkomsten.
En effet, raisonner autrement revient à donner éventuellement à l'article 264, alinéa 1 , 2º, CIR 92, jusque-là dénué de sens, une portée visant à exonérer d'impôt, pour un exercice d'imposition unique, un revenu que le Législateur — suivi en cela par la Cour d'arbitrage — a précisément, pour la même période, inclut dans le champ des revenus imposables.