In afwijking van het eerste lid wordt voor de personeelsleden die op 1 september en/of op 1 oktober of 1 november met bevallingsverlof zijn, de onderbreking van de beroepsloopbaan toegestaan voor een periode die begint de dag na het einde van het bevallingsverlof en eindigt de laatste dag van het lopende academiejaar.
Par dérogation au premier alinéa, l'interruption de la carrière professionnelle est accordée aux membres du personnel qui sont en congé de maternité le 1 septembre et/ou le 1 octobre ou le 1 novembre pour une période débutant le lendemain de la fin du congé de maternité et se terminant le dernier jour de l'année académique en cours.