7. is van mening dat het probleem van pesterijen op het werk waarschijnlijk in vele opzichten nog wordt onderschat in de Unie en dat er voor het nemen van gemeenschappelijke maatregelen op communautair niveau vele argumenten zijn, zoals problemen bij het invoeren van doeltreffende instrumenten ter voorkoming van pesterijen, het feit dat richtsnoeren betreffende maatregelen tegen pesterijen op het werk een normgevende functie hebben en van invloed kunnen zijn op de manier waarop tegen pesterijen wordt aangekeken en dat dergelijke richtsnoeren ook noodzakelijk zijn vanuit het oogpunt van rechtvaardigheid;
7. observe que les problèmes de harcèlement moral au travail sont probablement encore sous-estimés en de nombreux endroits de l'Union et qu'une série d'arguments plaident en faveur d'actions communes au niveau de celle-ci, par exemple, le fait qu'il soit difficile de trouver des instruments efficaces pour prévenir et combattre ce phénomène, que des orientations en matière de lutte contre le harcèlement moral au travail peuvent contribuer à la mise en place d'un dispositif normatif et avoir une influence sur les mentalités et que des raisons d'équité plaident également en faveur de telles orientations communes;