De wetgever heeft redelijkerwijs kunnen afzien van de mogelijkheid voor de rechter om het forfaitair systeem op bepaalde punten om billijkheidsredenen bij te sturen, gelet, enerzijds, op het feit dat de noodzaak om de implicaties van het begrip billijkheid te verduidelijken tot uiteenlopende rechtspraak zou leiden en, anderzijds, op het risico van incoherentie en willekeur doordat de vaste vergoeding nu eens zou worden prijsgegeven en dan weer behouden.
Quant à permettre au juge de corriger le système forfaitaire sur certains points par souci d'équité, le législateur a pu raisonnablement y renoncer en considération, d'une part, de ce que la nécessité de préciser les implications de la notion d'équité conduirait à des jurisprudences divergentes, d'autre part, du risque d'incohérence et d'arbitraire résultant de ce que le forfait serait tantôt abandonné, tantôt maintenu.