Ik verneem dat er een aantal gevallen zijn waarbij artikel 304 WIB 1992 problemen stellen voor de rechtzoekende burger, temeer, artikel 304, § 1 welk laatst bij wet van 15 maart 1999 nog werd aangevuld met een derde lid, luidende: " [.] worden de aanslagen in de personenbelasting, [.] altijd ten kohiere gebracht, onafgezien van het bedrag ervan, maar dit bedrag wordt niet gevorderd of teruggegeven wanneer het na verrekening van de voorheffingen, voorafbetalingen en andere bestanddelen kleiner is dan 2,50 euro" .
Il me revient qu'il existe des cas dans lesquels l'article 304 du CIR 1992 pose certains problèmes au citoyen justiciable, plus précisément l'article 304, § 1er dudit article, que la loi du 15 mars 1999 est venue compléter en y ajoutant un 3e alinéa, lequel stipule notamment ce qui suit: " [.] les impositions à l'impôt des personnes physiques [.] sont toujours portées au rôle, quel qu'en soit le montant, mais ce montant n'est pas recouvré ou remboursé lorsqu'il n'atteint pas 2,50 euros après imputation des précomptes, versements anticipés et autres éléments" .