3. herinnert aan de rol van het Bureau bij het waarborgen van de veiligheid en de interoperabiliteit van het Europese spoorwegstelsel; herinnert er bovendien aan dat de taak (bijv. één loket voor voertuiggoedkeuringen en veiligheidscertificaten) en de bevoegdheden van het Bureau momenteel herzien worden in het kader van het vierde spoorwegpakket; dringt erop aan dat het Bureau, als zijn taken zouden worden uitgebreid, de nodige financiële, materiële en personele middelen tot zijn beschikking krijgt om zijn nieuwe en bijkomende taken grondig en efficiënt te kunnen uitvoeren;
3. rappelle le rôle de l'Agence pour assurer la sécurité et l'interopérabilité du système ferroviaire européen; rappelle en outre que l'Agence fait actuellement l'objet d'une révision de son rôle (par exemple, un guichet unique pour l'autorisation des véhicules et la certification de sécurité) et de ses compétences dans le cadre du quatrième paquet ferroviaire; insiste, dans le cas d'un renforcement de ses compétences, sur la nécessité d'octroyer à l'Agence les ressources financières, matérielles et humaines nécessaires pour mener à bien ses missions nouvelles et supplémentaires de manière exhaustive et efficace;