Om de in B.4.2 aangegeven redenen is het middel niet ontvankelijk, noch in zoverre het is afgeleid uit de schending van artikel 191 van de Grondwet, noch in zoverre het is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11, in samenhang gelezen met de artikelen 33 en 105, van de Grondwet.
Pour les motifs indiqués en B.4.2, le moyen n'est recevable ni en ce qu'il est pris de la violation de l'article 191 de la Constitution, ni en ce qu'il est pris de la violation des articles 10 et 11, lus en combinaison avec les articles 33 et 105, de la Constitution.