3. Indien de onderzoeker langer dan drie ð zes ï maanden in een andere lidstaat verblijft, kunnen de lidstaten een nieuwe gastovereenkomst eisen voor de verrichting van het onderzoek in de betrokken lidstaat. ð Indien de lidstaten voor de mobiliteit een vergunning verlangen, wordt die vergunning verleend overeenkomstig de procedurele waarborgen van artikel 29. ï In ieder geval moet ten aanzien van de betrokken lidstaat voldaan zijn aan de voorwaarden van de artikelen 6 en 7.
3. Si le chercheur séjourne dans un autre État membre pendant plus de trois ð six ï mois, les États membres peuvent exiger la conclusion d’une nouvelle convention d’accueil pour ses travaux de recherche dans cet État membre. ðSi les États membres subordonnent l’exercice d’une mobilité à l’obtention d’une autorisation, cette autorisation est accordée dans le respect des garanties procédurales précisées à l’article 30 ï. En tout état de cause, les conditions énoncées aux articles 6 et 7 doivent être remplies à l’égard de l’État membre concerné.