Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Niet voor weerlegging vatbaar vermoeden
Niet-weerlegbaar
Wederlegbaar rechtsvermoeden
Weerlegbaar vermoeden

Traduction de «niet-weerlegbaar vermoeden » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
wederlegbaar rechtsvermoeden | weerlegbaar vermoeden

présomption juris tantum | présomption réfragable | présomption réfutable | présomption simple




niet voor weerlegging vatbaar vermoeden

présomption irréfutable de révision


verdragsluitende staat welks recht niet het in artikel...bedoelde vermoeden kent

Etat contractant dont le droit ne connâit pas la présomption visée à l'article...
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Zoals hoger gesteld, wordt aan de hand van de specifieke criteria een weerlegbaar vermoeden gecreëerd over het al dan niet bestaan van een arbeidsovereenkomst.

Comme précisé précédemment, au moyen de critères spécifiques, une présomption réfragable est créée quant à l'existence ou non d'un contrat de travail.


Bij herhaalde niet-betaling van de bedrijfsvoorheffing kunnen de bestuurders bovendien hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld, door een weerlegbaar vermoeden van fout, bedoeld in artikel 442quater, § 2, van het WIB 1992, zoals ingevoegd bij artikel 14 van de programmawet van 20 juli 2006, tenzij de niet-betaling voortvloeit uit financiële moeilijkheden die met name aanleiding hebben gegeven tot het openen van de procedure van gerechtelijke reorganisatie.

Le non-paiement répété du précompte professionnel est, en outre, susceptible d'engager la responsabilité solidaire des dirigeants, par une présomption réfragable de faute, visée à l'article 442quater, § 2, du CIR 1992, tel qu'il a été inséré par l'article 14 de la loi-programme du 20 juillet 2006, sauf si le non-paiement résulte de difficultés financières qui ont donné lieu, notamment, à l'ouverture de la procédure de réorganisation judiciaire.


Volgens Kirkpatrick en Garabedian gaat het niet om een eenvoudig weerlegbaar vermoeden ("une simple présomption juris tantum") (J. Kirkpatrick en D. Garabedian, Le régime fiscal des sociétés en Belgique, Brussel, Bruylant, 2003, 444).

Selon Kirkpatrick et Garabedian, il ne s'agit pas d'une simple présomption juris tantum (J. Kirkpatrick et D. Garabedian, Le régime fiscal des sociétés en Belgique, Bruxelles, Bruylant, 2003, 444).


Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, bestaat er dus een weerlegbaar vermoeden van professioneel gebruik. Aldus garandeert dit stelsel tegelijk: - de conformiteit van de reglementering met de rechtspraak van het HJEU; - een niet al te zware bewijslast inzake het professionele gebruik van de apparaten en de dragers, wordt gelegd bij de professionele gebruikers; er wordt immers nog enkel een verklaring op eer gevraagd die door de professionele gebruikers moet verstrekt worden; - het vrijwaren van de mogelijkheden van controle op het professioneel gebruik, teneinde misbruik te vermijden.

Si l'on respecte ces conditions, une présomption réfutable d'utilisation professionnelle s'applique Ainsi, ce régime garantit à la fois: - la conformité de la réglementation à la jurisprudence de la CJUE; - la charge de la preuve de l'usage professionnel des appareils et des supports de copie pesant sur les utilisateurs professionnels n'est pas exorbitante car seule la déclaration sur l'honneur doit être fournie par les utilisateurs professionnels; - une sauvegarde des possibilités de contrôle de l'usage professionnel afin d'éviter des abus.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Terwijl het amendement nr. 3 van de heer Lozie de deelname van inwoners die geen onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie, afstemt op het systeem dat geldt voor de Europese inwoners (wilsuiting), het amendement nr. 79 van mevrouw Pehlivan een dubbel systeem voorziet (wilsuiting voor Europeanen en weerlegbaar vermoeden voor niet-Europese inwoners) stelt de heer Dallemagne een eenvormig systeem voor, voor beide groepen, dat gebaseerd is op een weerlegbaar vermoeden.

Tandis que M. Lozie propose, dans son amendement nº 3, d'aligner la participation des habitants qui ne sont pas ressortissants d'un État membre de l'Union européenne sur le système applicable aux habitants européens (déclaration de volonté), et que Mme Pehlivan, dans son amendement nº 79, propose un système double (déclaration de volonté pour les Européens et présomption réfragable pour les habitants non européens), M. Dallemagne propose un système uniforme pour les deux catégories, basé sur une présomption réfragable.


Toen bestond ook al een vermoeden dat de uitoefening van een vennootschapsmandaat een zelfstandige activiteit was, maar het was een weerlegbaar vermoeden : de mandataris kon het bewijs leveren van het tegendeel, door aan te tonen dat het mandaat niet bezoldigd was.

La réglementation en vigueur à l'époque établissait déjà une présomption selon laquelle l'exercice d'un mandat dans une société constituait une activité indépendante, mais cette présomption était réfragable, c'est-à-dire que le mandataire pouvait apporter la preuve du contraire en démontrant que le mandat n'était pas rétribué.


Toen bestond ook al een vermoeden dat de uitoefening van een vennootschapsmandaat een zelfstandige activiteit was, maar het was een weerlegbaar vermoeden : de mandataris kon het bewijs leveren van het tegendeel, door aan te tonen dat het mandaat niet bezoldigd was.

La réglementation en vigueur à l'époque établissait déjà une présomption selon laquelle l'exercice d'un mandat dans une société constituait une activité indépendante, mais cette présomption était réfragable, c'est-à-dire que le mandataire pouvait apporter la preuve du contraire en démontrant que le mandat n'était pas rétribué.


Toen bestond ook al een vermoeden dat de uitoefening van een vennootschapsmandaat een zelfstandige activiteit was, maar het was een weerlegbaar vermoeden : de mandataris kon het bewijs leveren van het tegendeel, door aan te tonen dat het mandaat niet bezoldigd was.

La réglementation en vigueur à l'époque établissait déjà une présomption selon laquelle l'exercice d'un mandat dans une société constituait une activité indépendante, mais cette présomption était réfragable, c'est-à-dire que le mandataire pouvait apporter la preuve du contraire en démontrant que le mandat n'était pas rétribué.


Toen bestond ook al een vermoeden dat de uitoefening van een vennootschapsmandaat een zelfstandige activiteit was, maar het was een weerlegbaar vermoeden : de mandataris kon het bewijs leveren van het tegendeel, door aan te tonen dat het mandaat niet bezoldigd was.

La réglementation en vigueur à l'époque établissait déjà une présomption selon laquelle l'exercice d'un mandat dans une société constituait une activité indépendante, mais cette présomption était réfragable, c'est-à-dire que le mandataire pouvait apporter la preuve du contraire en démontrant que le mandat n'était pas rétribué.


Artikel 3, § 1, lid 2, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen voert een weerlegbaar (fiscaal) vermoeden van onderwerping in het bedoelde sociaal statuut in ten aanzien van alle personen van wie de beroepsbezigheid in België inkomsten kan opleveren bedoeld in [artikel 23, § 1, 1° of 2°, of in [artikel 30, 2°] van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.] Daaruit volgt dat jaarlijks gemiddeld 85.000 inkomsten van vermoede zelfstandigen, die niet tijdens de opgelegde fiscale periode aangesloten waren, door het RSVZ worden onderzocht.

L'article 3, § 1er, alinéa 2, de l'arrêté royal n° 38 du 27 juillet 1967 organisant le statut social des travailleurs indépendants édicte une présomption (fiscale) réfragable d'assujettissement audit statut social à l'égard de toute personne dont l'activité professionnelle en Belgique est susceptible de produire des revenus visés à [l'article 23, § 1er, 1° ou 2°, ou à l'[article 30, 2°] du Code des impôts sur les revenus 1992.] Il s'ensuit qu'annuellement 85.000 revenus de travailleurs indépendants présumés, non affiliés au cours de la période fiscale imposée, sont en moyenne, examinés par l'INASTI.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'niet-weerlegbaar vermoeden' ->

Date index: 2024-06-18
w