Traduction de «niet-intensieve landbouwsystemen spelen » (Néerlandais → Français) :

Dit kan echter in deze fase niet alleen aan de energieprijzen te wijten zijn aangezien ook vrijstellingen van belastingen en heffingen voor energie-intensieve industrietakken, de recessie, structurele veranderingen in de wereldeconomie en de daarmee verband houdende verschuivingen van de consumentenvraag een belangrijke rol spelen.
Toutefois, il n'est pas possible, à ce stade, d'attribuer cette baisse aux seuls prix de l'énergie, car les exonérations fiscales accordées aux secteurs d'activité gros consommateurs d'énergie, la récession, les bouleversements structurels de l'économie mondiale et les modifications qui en résultent au niveau mondial dans la demande des consommateurs sont aussi des facteurs importants.

93. is van mening dat de afvang en opslag van kooldioxide (CCS) een belangrijke rol kan spelen bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen (zoals de Commissie heeft erkend in haar routekaart naar een koolstofarme economie in 2050 en haar Stappenplan Energie 2050), althans voor een overgangsperiode, met name voor energie-intensieve industrieën; constateert echter een gebrek aan publieke en private investeringen op dit gebied; verzoekt de Commissie te bekijken wat de beste aanpak is betreffende de ontwikkeling van CCS-technologieën in de EU, en in het kader voor 2030 passende maatregelen voor te stellen teneinde de betrokken actoren en de noodzakelijke financiering te mobiliseren; benadrukt dat zowel hernieuwbare energie als CCS een rol te spelen hebben in de toekomstige energiemix van de EU en niet mogen worden geacht met elkaar in concurrentie te staan; vraagt de Commissie bovendien om de uitwisseling van goede praktijken en informatie met de VS en Canada inzake technologie voor koolstofopvang en -opslag op te voeren;
93. est d'avis que le captage et le stockage du carbone pourraient largement contribuer à réduire les émissions de gaz à effet de serre (comme l'a reconnu la Commission dans sa feuille de route vers une économie à faible intensité de carbone à l'horizon 2050 et sa feuille de route pour l'énergie à l'horizon 2050), du moins pendant une période transitoire, notamment pour les industries gourmandes en énergie; relève toutefois l'absence d'investissements publics ou privés dans ce domaine; demande à la Commission d'analyser la meilleure façon d'agir pour le développement de technologies de captage et de stockage de carbone dans l'Union ainsi que de proposer les mesures adéquates au sein du cadre à l'horizon 2030 pour mobiliser les acteurs et le financement nécessaire; souligne que les sources d'énergie renouvelables et les technologies de captage et de stockage ont toutes deux leur place dans le futur bouquet énergétique de l'Union et qu'elles ne doivent pas être considérées comme étant en concurrence; demande également à la Commission d'intensifier les échanges de bonnes pratiques et d'informations avec les États-Unis et le Canada en matière de captage et de stockage de carbone;

91. is van mening dat de afvang en opslag van kooldioxide (CCS) een belangrijke rol kan spelen bij het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen (zoals de Commissie heeft erkend in haar routekaart naar een koolstofarme economie in 2050 en haar Stappenplan Energie 2050), althans voor een overgangsperiode, met name voor energie-intensieve industrieën; constateert echter een gebrek aan publieke en private investeringen op dit gebied; verzoekt de Commissie te bekijken wat de beste aanpak is betreffende de ontwikkeling van CCS-technologieën in de EU, en in het kader voor 2030 passende maatregelen voor te stellen teneinde de betrokken actoren en de noodzakelijke financiering te mobiliseren; benadrukt dat zowel hernieuwbare energie als CCS een rol te spelen hebben in de toekomstige energiemix van de EU en niet mogen worden geacht met elkaar in concurrentie te staan; vraagt de Commissie bovendien om de uitwisseling van goede praktijken en informatie met de VS en Canada inzake technologie voor koolstofopvang en -opslag op te voeren;
91. est d'avis que le captage et le stockage du carbone pourraient largement contribuer à réduire les émissions de gaz à effet de serre (comme l'a reconnu la Commission dans sa feuille de route vers une économie à faible intensité de carbone à l'horizon 2050 et sa feuille de route pour l'énergie à l'horizon 2050), du moins pendant une période transitoire, notamment pour les industries gourmandes en énergie; relève toutefois l'absence d'investissements publics ou privés dans ce domaine; demande à la Commission d'analyser la meilleure façon d'agir pour le développement de technologies de captage et de stockage de carbone dans l'Union ainsi que de proposer les mesures adéquates au sein du cadre à l'horizon 2030 pour mobiliser les acteurs et le financement nécessaire; souligne que les sources d'énergie renouvelables et les technologies de captage et de stockage ont toutes deux leur place dans le futur bouquet énergétique de l'Union et qu'elles ne doivent pas être considérées comme étant en concurrence; demande également à la Commission d'intensifier les échanges de bonnes pratiques et d'informations avec les États-Unis et le Canada en matière de captage et de stockage de carbone;

verzoekt de Commissie en de ENO's opleidingsprogramma's te bevorderen en alle nodige maatregelen te nemen om zwakkere NNO's, die momenteel niet over een secretariaat voor de technische comités beschikken of niet aan het Europese normalisatiewerk deelnemen op een bij hun economische structuur passend niveau, in staat te stellen een actievere rol in het normalisatieproces te gaan spelen, ten einde het vertrouwen in de interne markt te vergroten dankzij de totstandbrenging van gelijke concurrentieverhoudingen; acht opleidingsprogramma's ook voor de kmo's noodzakelijk, zodat deze intensiever aan het normalisatieproces kunnen gaan deelnemen en de normalisatie als strategisch bedrijfshulpmiddel aan belang wint;
demande à la Commission et aux OEN de promouvoir des programmes de formation et de prendre toutes les mesures qui s'imposent pour permettre aux ONN plus faibles, qui, à l'heure actuelle, ne disposent d'aucun secrétariat affecté à une commission technique ou qui ne participent pas aux travaux de normalisation européens à un niveau proportionné à leur structure économique, de jouer un rôle plus actif dans le processus de normalisation, afin de renforcer la confiance dans le marché intérieur et de garantir des conditions de concurrence égales; estime qu'il est également nécessaire de mettre en place des programmes de formation destinés aux PME, afin d'augmenter la participation de ces entreprises au processus d'élaboration des normes et d'accroître l'importance de la normalisation en tant qu'instrument commercial stratégique;

37. verzoekt de Commissie en de ENO's opleidingsprogramma's te bevorderen en alle nodige maatregelen te nemen om zwakkere NNO's, die momenteel niet over een secretariaat voor de technische comités beschikken of niet aan het Europese normalisatiewerk deelnemen op een bij hun economische structuur passend niveau, in staat te stellen een actievere rol in het normalisatieproces te gaan spelen, ten einde het vertrouwen in de interne markt te vergroten dankzij de totstandbrenging van gelijke concurrentieverhoudingen; acht opleidingsprogramma's ook voor de kmo's noodzakelijk, zodat deze intensiever aan het normalisatieproces kunnen gaan deelnemen en de normalisatie als strategisch bedrijfshulpmiddel aan belang wint;
37. demande à la Commission et aux OEN de promouvoir des programmes de formation et de prendre toutes les mesures qui s'imposent pour permettre aux ONN plus faibles, qui, à l'heure actuelle, ne disposent d'aucun secrétariat affecté à une commission technique ou qui ne participent pas aux travaux de normalisation européens à un niveau proportionné à leur structure économique, de jouer un rôle plus actif dans le processus de normalisation, afin de renforcer la confiance dans le marché intérieur et de garantir des conditions de concurrence égales; estime qu'il est également nécessaire de mettre en place des programmes de formation destinés aux PME, afin d'augmenter la participation de ces entreprises au processus d'élaboration des normes et d'accroître l'importance de la normalisation en tant qu'instrument commercial stratégique;

5. verzoekt de Commissie haar rol waarbij zij de lidstaten bijstand met betrekking tot de omzetting van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten verleent, intensiever te spelen, met name wat de niet-verplichte innoverende elementen overeenkomstig de criteria van het Hof van Justitie betreft;
5. invite la Commission à soutenir davantage les États membres dans le cadre de la transposition des directives sur les marchés publics, en particulier en ce qui concerne les éléments novateurs non obligatoires, sur la base des critères de la Cour de justice;

C. Behoud en duurzaam gebruik van biologische diversiteit in de landbouw (punt 9) Vanwege de wisselwerking tussen duurzame landbouw en plattelandsontwikkeling (SARD), de geïntegreerde ruimtelijke ordening als genoemd in Agenda 21 en het behoud en duurzame gebruik van biodiversiteit, is de Raad van oordeel dat het behoud en het duurzame gebruik van de agro- biodiversiteit overeenkomstig aanbeveling II/7 van het Hulporgaan gebaseerd moet zijn op de combinatie van twee samenhangende strategieën : De eerste strategie heeft betrekking op de relatie tussen landbouw en biologische diversiteit in agro-ecosystemen en dient : - gericht te zijn op handhaving en verdere ontwikkeling van landbouw en veeteelt om de positieve effecten daarvan op het behoud en duurzaam gebruik van de biologische diversiteit zo groot mogelijk te maken, - gericht te zijn op maximale beperking van de negatieve milieueffecten van de landbouw, met speciale aandacht voor de effecten op de biologische diversiteit, - de rol in aanmerking te nemen die niet-intensieve landbouwsystemen spelen ten aanzien van de habitats voor wilde dieren en planten.
C.Conservation et utilisation durable de la diversité biologique en agriculture (point 9) Vu les interactions entre le développement agricole et rural durable, l'aménagement intégré du territoire visé dans le plan d'action 21 et la conservation et l'utilisation durable de la diversité biologique, le Conseil estime que la conservation et l'utilisation durable de la diversité biologique en agriculture doivent, conformément à la recommandation II/7 du SSBTTA, se fonder sur la combinaison de deux stratégies cohérentes : La première stratégie concerne l'interaction entre l'agriculture et la diversité biologique dans les écosystèmes agricoles et devrait : -viser à conserver et développer l'activité agricole afin d'optimiser son incidence positive sur la conservation et l'utilisation durable de la diversité biologique, -viser à limiter au maximum les conséquences négatives de l'agriculture sur l'environnement, une attention particulière étant accordée à ses conséquences sur la diversité biologique., -tenir compte du rôle des systèmes d'agriculture peu intensive pour la protection des habitats sauvages.