7.2.4. Elke vaste stuwstof uit VN-klasse 1.3 met een theoretische specifieke impuls van meer dan 230 seconden voor niet-gehalogeneerde samenstellingen, 250 seconden voor niet-gemetaliseerde samenstellingen, en 266 seconden voor gemetaliseerde samenstellingen;
7.2.4. tout propergol solide de classe UN 1.3, ayant une impulsion spécifique théorique de plus de 230 s pour les compositions non halogénées, de plus de 250 s pour les compositions non métallisées et de plus de 266 s pour les compositions métallisées;