In het kader van de tweede prejudiciële vraag dient ten slotte enkel te worden onderzocht of het beginsel van de gelijkheid van de Belgen voor de wet niet is geschonden door het feit dat het koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 87, § 4, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 van toepassing is op de instellingen van openbaar nut die afhangen van de gemeenschappen en de gewesten, terwijl de principes die het bevat niet noodzakelijk overeenstemmen met een regel die van kracht is in de instellingen van openbaar nut die afhangen van de federale overheid.
En conclusion, dans le cadre de la seconde question préjudicielle, il convient uniquement d'examiner si le principe de l'égalité des Belges devant la loi n'est pas violé par le fait que l'arrêté royal d'exécution de l'article 87, § 4, de la loi spéciale du 8 août 1980 s'applique aux organismes d'intérêt public qui dépendent des communautés et des régions alors que les principes qu'il pose ne correspondent pas forcément à une règle en vigueur au sein des organismes d'intérêt public qui dépendent de l'autorité fédérale.