Deze verscheidenheid van omstandigheden
verklaart waarom we niet kunnen spreken over een typisch eenoudergezin : hoewel eenoudergezinnen in het a
lgemeen vrij zelden meer dan twee kinderen tellen en het opleidingsniveau en bijgevolg het inkomensniveau van a
lleenstaande ouders onder het gemiddelde ligt, blijkt dat in tegenstelling tot een wijdverspreid beeld eenouderschap niet enkel voorkomt
...[+++]bij jonge moeders : heel wat « alleenstaande ouders » zijn veertigers met groter wordende kinderen (3) .
Cette diversité de circonstances explique qu'on ne peut pas parler d'une famille monoparentale type: si, de manière générale, la famille monoparentale compte assez rarement plus de deux enfants et le niveau de qualification, et donc de revenus, des parents isolés est inférieur à la moyenne, il apparaît que, contrairement à une image répandue dans le grand public, la monoparentalité n'est pas seulement le fait de jeunes mères: beaucoup de « monoparents » sont des quadragénaires avec des enfants d'un certain âge (3) .