Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «niet het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel schendt » (Néerlandais → Français) :

In deze zaak werd er geoordeeld dat de regeling van artikel 134, §4, 1°-2° WIB 92 het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel schendt en dat het daarnaast ook het vrij verkeer van vestigen schendt.

Le tribunal a considéré en l'espèce que la disposition de l'article 134, §4, 1°-2° CIR 92 viole le principe constitutionnel d'égalité ainsi que la liberté d'établissement.


Uiteindelijk werd er wel een prejudiciële vraag voorgelegd aan het Grondwettelijk Hof (arrest van 21 mei 2015) dat nu geoordeeld heeft dat het billijk is dat de fiscus onderworpen wordt aan de regeling van de rechtsplegingsvergoeding en dat dit niet het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel schendt.

Une question préjudicielle a finalement été soumise à la Cour constitutionnelle (arrêt du 21 mai 2015); celle-ci vient de juger qu'il est équitable que le fisc soit soumis au régime de l'indemnité de procédure et que le principe d'égalité garanti par la Constitution n'est pas violé.


Het Hof van Cassatie heeft in twee arresten van 3 september 2015 de voorziening verworpen die de gemeente Koksijde had ingesteld tegen twee arresten van het Hof van Beroep te Gent waarbij de belasting op de tweede verblijven van de gemeente Koksijde strijdig werd bevonden met het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel.

La Cour de cassation a rejeté, dans deux arrêts rendus le 3 septembre 2015, le pourvoi formé par la commune de Coxyde contre deux arrêts de la cour d’appel de Gand déclarant la taxe sur les secondes résidences de la commune de Coxyde contraire au principe constitutionnel de l’égalité.


Andersom moet de fiscus de rechtsplegingsvergoeding betalen, wanneer hij in het ongelijk wordt gesteld. Over deze regel is veel ophef ontstaan doordat na verloop van tijd de vraag was gerezen of de overheid wel kan worden veroordeeld tot het betalen van een rechtsplegingsvergoeding, gezien het grondwettelijk gewaarborgd gelijkheidsbeginsel.

Cette règle a fait grand bruit parce qu'elle a fait surgir, avec le temps, la question de savoir si, compte tenu du principe d'égalité garanti par la Constitution, l'État peut être condamné à payer une indemnité de procédure.


De omschrijving van het begrip "meerderheid van de exploitanten", in artikel 2, § 1, 21°, van het ontwerp, dreigt op gespannen voet te komen met de grondwettelijk gewaarborgde beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie in zoverre uit die omschrijving voortvloeit dat kleinere exploitanten van kerncentrales in vergelijking met de dominante kernexploitant onvoldoende worden betrokken bij sommige van de hen aanbelangende beslissingen en zij met betrekking tot die beslissingen evenmin over voldoende rechtsmiddelen beschikken.

A l'article 2, § 1, 21°, du projet, la définition de la notion de "majorité des exploitants" risque de se heurter aux principes d'égalité et de non-discrimination garantis par la Constitution dans la mesure où il découle de cette définition que les petits exploitants nucléaires ne sont pas, par rapport à l'exploitant nucléaire dominant, suffisamment associés à certaines des décisions qui les concernent et ne disposent pas non plus de voies de recours suffisantes concernant ces décisions.


« Schendt art. 14 derde lid Wet 8 augustus 1997 Faillissementswet voor zover het betrekking heeft op derdenverzet tegen een later vonnis waarbij de datum van staking van betaling wordt vervroegd, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in combinatie met art. 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, enerzijds doordat een belanghebbende derde in het faillissementsrecht anders behandeld wordt dan een belanghebbende derde in het gemeen re ...[+++]

« L'article 14, alinéa 3, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, en tant qu'il concerne une tierce opposition à un jugement ultérieur avançant la date de cessation de paiement, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que, d'une part, un tiers intéressé est traité autrement dans le droit des faillites que dans le droit commun ou le droit des sociétés et en ce que, d'autre part, le droit de contradiction n'est pas suffisamment garanti ?


« Schendt artikel 162bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre de burgerlijke partij, die niet het initiatief tot vervolging heeft genomen en die hoger beroep instelt tegen een vonnis waarbij haar vordering onontvankelijk wordt verklaard nadat de beklaagde op de strafvordering werd veroordeeld, niet tot de rechtsplegingsvergoeding kan worden veroordeeld indien zij in hoger beroep in het ongelijk wordt gesteld, aang ...[+++]

« L'article 162bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où la partie civile, qui n'a pas pris l'initiative de la poursuite et qui interjette appel d'un jugement déclarant sa demande irrecevable après avoir condamné le prévenu sur l'action publique, ne peut être condamnée à l'indemnité de procédure si elle succombe en degré d'appel, dès lors que par arrêt n° 113/2016 du 22 septembre 2016, la Cour constitutionnelle a dit pour droit que l'article 162bis, alinéa 2, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne permet pas au juge répressif d'accorder au ...[+++]


« Schendt artikel 1675/15, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1675/7, § 1, derde lid, en § 4, en artikel 1675/15, § 2/1, van het Gerechtelijk Wetboek, de beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd d ...[+++]

« Interprété comme obligeant le juge à respecter le principe d'égalité des créanciers, sans tenir compte des causes légales ou conventionnelles de préférence, lorsqu'il s'agit de procéder à la répartition du solde du compte de la médiation en cas de révocation ou lorsqu'il est mis fin à un plan de règlement amiable ou judiciaire, l'article 1675/15, § 3, du Code judiciaire lu isolément ou en combinaison avec l'article 1675/7, § 1, alinéa 3, et § 4, et l'article 1675/15, § 2/1, du Code judiciaire, viole-t-il les principes d'égalité et de non-discrimination garantis par les articles 10 et 11 de la Constitution ?


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 23 oktober 2014 in zake de nv « Herman Verboven » en anderen tegen de nv « Honda Motor Europe Logistics », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 november 2014, heeft de Rechtbank van Koophandel te Gent, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le juge A. Alen, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 23 octobre 2014 en cause de la SA « Herman Verboven » et autres contre la SA « Honda Motor Europe Logistics », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 4 novembre 2014, le Tribunal de commerce de Gand, division Termonde, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 2262bis, § 1, alinéa 2, du Code civil, interprété en ce sens que ...[+++]


Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, a ...[+++]

La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et T. Giet, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 8 décembre 2014 en cause de la SPRL « Untill » contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 23 décembre 2014, le Tribunal de première instance d'Anvers, division Anvers, a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 198, § 1, 10°, du CIR ...[+++]


w