Het Hof stelt overigens vast dat, hoewel de vertegenwoordigers van de banksector tijdens d
e hoorzittingen ter voorbereiding van de wet van 4 mei 1999 hebben verklaard dat de we
t van 13 april 1995 niet moest noch zou kunnen worden toegepast op de agenten van de banksector, de voorzitter van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen daarentegen bevestigd heeft dat de omzendbrieven van de Bankcomm
issie niet tot doel hadden het statuut van de ...[+++]handelsagent te regelen en dat, indien de wet van 13 april 1995 op hen van toepassing zou worden verklaard, die omzendbrieven zouden moeten worden bijgestuurd (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1423/3, pp. 8 en 3).
La Cour constate d'ailleurs que, si les représentants du secteur bancaire ont déclaré, au cours des auditions qui ont préparé la loi du 4 mai 1999, que la loi du 13 avril 1995 ne devait et ne pourrait s'appliquer aux agents du secteur bancaire, le président de la Commission bancaire et financière, en revanche, a confirmé que les circulaires de la Commission bancaire n'avaient pas vocation à organiser un statut de l'agent délégué et que, si la loi du 13 avril 1995 leur était rendue applicable, ces circulaires devraient être réaménagées (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 1423/3, pp. 8 et 3).