Zo worden de onroerende inkomsten, in tegenstelling tot voorheen, niet meer globaal samengevoegd bij de inkomsten van de echtgenoot met de hoogste bedrijfsinkomsten maar bepaalt artikel 127 WIB 1992 dat bij de vaststelling van het netto-inkomen van elke belastingplichtige rekening gehouden wordt met: - de onroerende inkomsten die eigen zijn op grond van het " vermogensrecht" ; - 50 % van de totaliteit van de onroerende inkomsten van beide belastingplichtigen.
Contrairement à la situation antérieure, les revenus immobiliers ne sont plus joints globalement aux revenus du conjoint disposant des revenus professionnels les plus élevés. L'article 127 CIR 1992 stipule que lors de la fixation du revenu net de chaque contribuable assujetti, il est tenu compte: - des revenus immobiliers propres établis sur la base du " droit patrimonial" ; - de 50 % de l'ensemble des revenus immobiliers des deux contribuables.